• Opruimen

    Het moet. We gaan kleiner wonen. Veel spullen die weggaan maken gewoon ruimte in mijn kasten. Bij sommige dingen moet ik drie keer slikken. En bij sommige valt er een traan en blijf ik in gedachten met een dikke keel zitten denken aan toen. Toen. Toen ik nog jong was. Toen ik een baby kreeg en later nog eentje. Toen ik dacht dat ‘later’ nog heel lang zou duren.

  • House for sale

    Volgende maand is het 45 jaar geleden dat wij ons eerste huis kochten. We zouden gaan huren toen dit pand op ons pad kwam. Daar zat een verhaal achter. De verkoopster van het huis was weduwe. Ze woonde met haar vrijgezelle dochter samen in het huis dat net voor de oorlog was gebouwd. We hebben onder het oude behang het jaartal 1939 teruggevonden.

  • Onaardig

    In de Libelle van deze week schrijft Roos Schlikker in haar column dat tijdens een borrel na een werkopdracht een man naar haar toekomt met de woorden: Mijn vrouw heeft echt een enorme hekel aan jou. Ze reageert daar niet echt op en blijft zich de dagen erna afvragen waarom die vrouw zo’n hekel aan haar heeft. En waarom die man het nodig vindt haar van dat feit op de hoogte te brengen. Wat heb je er aan. Je trapt iemand op de ziel die de persoon in kwestie niet eens kent. Ik ken het gevoel dat dit oplevert. Achteraf heb je spijt je mond niet open getrokken te hebben.…

  • Lui

    Dit weer maakt mij lui. Voel ik mij schuldig? Nee. Nou. Ja een beetje misschien. Maar niet zo erg. Ik zit op mijn terras en doe niet veel. Voor me op de tafel staat een wasmand met kop er op vol was die gevouwen moet worden. Het is stil op ons eiland. De bouw van het nieuwe huis naast ons is in de fase gekomen dat de bouwvakkers binnen bezig zijn. Daar merken we niet zo veel van. De dagen dat we voor dag en dauw wakker werden gemaakt door het gezaag, geboor en getimmer (want we slapen met het raam open) zijn voorbij.

  • Gewoon een overdenking

    Wij zijn voor de 15e keer in ons leven neergestreken op Gran Canaria. Sinds een jaartje of 35 zijn we daar regelmatig te vinden. Hebben er zelfs vrienden gemaakt waar we dan mee afspreken. Gingen we vroeger naar Playa del Ingles, tegenwoordig tref je ons in Maspalomas. Ik heb er een gewoonte van gemaakt op vakantie elke dag te lopen op de loopband en meestal doe ik dat zo tussen vijf en zes.

  • Oma

    In de wachtkamer bij de KNO-arts. Er zit hier een oma met haar kleinzoon. Allemachtig, geen wonder dat dat kind niet meer reageert.. als je de hele dag zoiets aan moet horen! Ik word er al moe van. “Moet ik je jas ophangen? He Sander luister ’s naar oma. Hee hallo!” “Ga daar maar zitten. Hoor je me?” (Vast niet, hij zit bij de kno arts) “Sander oma krijgt slaap”, ze gaapt. Sander reageert niet, snuift een beetje. “Ben jij zo verkouden?” Zucht: “Hehe.” Oma heeft gebrek aan aandacht. Kijkt een beetje mee op de door Sander meegebrachte Ipad. Vraagt er iets over. Sander reageert niet. “Hallo” vraagt oma om…

  • Vreemde kostgangers

    Een voorstelling van Boudewijn de Groot, Henny Vrienten en George Kooijman. Geen idee wat te verwachten. Oude nummers van alledrie? Of juist helemaal niet? Ik was heel benieuwd. En daar stonden ze dan, drie oudere mannen met grijs haar. Boudewijn ruimschoots in de 70, de twee anderen er tegenaan. Drie topmuzikanten met elk hun eigen stijl.

  • Mag ik?

    Meestal onthou ik me ervan me te mengen in allerlei landelijke discussies. Maar nu wil ik even iets kwijt. Nu zelfs premier Rutte zich erover uitlaat en Paul de Leeuw de term ” haliaans” gebruikt voel ik me geroepen iets te melden.

  • Toilet

    ’s Morgens bij het ontbijt lees ik de krant. Zo ook vandaag. Natuurlijk staan daarin de onderwerpen waarover iedereen het heeft. Maar daarover wil ik het niet hebben, waarover dan wel?

  • Trouw(en)

    Vandaag 42 jaar geleden was ik me om deze tijd aan het opmaken, kappen en kleden in een prachtige trouwjurk. Het zou een fantastische dag worden. Koud maar zonnig. Met heel veel liefde, omringd door iedereen die me dierbaar was. Mijn kleine zusje als bruidsmeisje. Ze vond mijn sleep te kort. Daarmee heb ik haar droom verwoest om als een prinsesje met een lange sleep in haar handen te lopen. De bloemendiadeem voor in haar haren vond ze maar niks. En de kleine bruidsjongen, ons neefje, het zoontje van mijn schoonzus en zwager, durfde haar geen kusje te geven.